Stem
Wanneer de gedachten zijn omgezet in taal, geven de hersenen een seintje aan de stembanden en de spraakspieren, zodat je kunt spreken. Voor een goed stemgeluid komt veel kijken. Stemtherapie kan aan zowel kinderen als volwassenen gegeven worden.
direct naar:
Voor een goed stemgeluid zijn houding en adem zijn belangrijk. De logopedist kan helpen bij allerhande stoornissen die invloed uitoefenen op stem of spraak , zoals mondademen, hyperventilatie, “hoge” ademhaling. Ook de stembanden moeten goed functioneren. Door te veel of te weinig spanning in de stemgeving kan stemgebruik zich verkeerd ontwikkelen.
Soms ontstaan door verkeerd stemgebruik knobbeltjes of poliepen op de stembanden, of raken de stembanden geïrriteerd. De stem klinkt dan hees. Na een operatie of infectieziekte kan een stembandverlamming optreden. De logopedist probeert dan door oefeningen de resterende stemmogelijkheden te optimaliseren. Na laryngectomie (= operatief verwijderen van het strottenhoofd) kan de logopedist helpen alternatieve spraakmogelijkheden te zoeken en aan te leren (bijv. slokdarmspraak).
Astma
Astma is een nog ongeneeslijke chronische ontsteking van de luchtwegen. Mensen met astma kunnen soms moeilijk ademhalen: zij worden kortademig, ademen 'piepend' of moeten hoesten. De benauwdheid ontstaat doordat de spieren rond de luchtwegen samentrekken, de wand van de luchtwegen opzwelt en de productie van taaislijm toeneemt. Door deze processen worden de luchtwegen verengd.
Astma-aanvallen worden veroorzaakt door pollen, stof, dierenhaar, koude lucht, rook, oplosmiddelen en lichamelijke inspanning. Een belangrijk verschil tussen astma en COPD is dat astmatische patiënten wisselend klachten ervaren. Meestal hebben ze een normale longfunctie, afhankelijk van de ernst van de astma. COPD-patiënten hebben continu een afwijkende longfunctie en klachten zoals kortademigheid. Bij astmapatiënten wordt vaak de uitademing belemmerd.
Astmapatiënten kunnen afhankelijk van de ernst en de frequentie van de astma-aanvallen ademhalingsproblemen, slikproblemen, keelproblemen of stemproblemen hebben. Slikproblemen kunnen voorkomen, doordat een cliënt bijvoorbeeld tijdens het eten door de mond wil ademen. Voorbeelden van keelproblemen zijn keelpijn of een droge keel. Stemproblemen zijn onder andere verkeerd stemgebruik, heesheid, schorheid of een vermoeide stem.
Wat doet een logopedist?
De logopedist onderzoekt de ademhaling, het stemgebruik, de verstaanbaarheid en eventueel de slikfunctie van de astmapatiënt. Dit gebeurt na verwijzing van een huisarts, longarts of KNO-arts. Daarnaast gaat de logopedist na of de patiënt last heeft van chronisch hoesten of reflux (terugstromen van zure maaginhoud naar de slokdarm).
Na de diagnose stelt de logopedist samen met de patiënt een behandelplan op. De logopedische therapie start met het geven van uitleg over stemgeving, ademhaling, ademregulatie en stemhygiëne. De logopedist kan helpen bij het aanleren van gezond stemgebruik, ademhaling en stemgeving, ademverdeling, verminderen van chronische hoest, waardoor ook de verstaanbaarheid kan toenemen. Ook leert de logopedist de patiënt een gecontroleerde ademhaling te gebruiken tijdens het spreken of tijdens astma-aanvallen. Hierbij werkt de logopedist soms samen met een fysiotherapeut of oefentherapeut Cesar / Mensendieck.
De logopedist geeft adviezen aan cliënten die chronische hoest of reflux hebben, hoe ze deze klachten kunnen verminderen.
Bij slikproblemen zal de logopedist adviezen geven voor veilig eten en drinken. Ook kan een andere manier van eten / drinken (compensatiestrategieën) aangeleerd worden.
COPD
COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) is de verzamelnaam voor een aantal chronische aandoeningen van de luchtwegen, zoals bronchitis en longemfyseem. Bij COPD raken vooral de kleine vertakkingen van de luchtwegen blijvend beschadigd door een voortdurende ontsteking ervan. De voorkomende oorzaken van COPD zijn roken of langdurig werken in een omgeving met veel stofdeeltjes van steen of metaal in de lucht. COPD komt meestal na het 40e levensjaar voor.
Astma vertoont overeenkomsten met COPD. Echter wanneer astmapatiënten klachtenvrij zijn, hebben ze een normale longfunctie en ervaren ze geen beperkingen. Deze aandoening veroorzaakt moeilijkheden bij het ademhalen: de luchtwegen of de vertakkingen van de luchtwegen kunnen vernauwd raken, waardoor vooral de uitademing belemmerd is. In veel gevallen gaat astma gepaard met een allergie (bijvoorbeeld huisstofmijt, huidcellen van dieren, e.d.). Naast plotselinge benauwheidsaanvallen, kunnen hoesten en / of het opgeven van slijm ook voorkomen bij astma.
De luchtwegen van COPD-patiënten reageren sterk op prikkels van buiten zoals huisstof, tabaksrook en temperatuurverschillen. Het ademen lijkt dan niet meer vanzelf te gaan. Er ontstaat kortademigheid door benauwdheid. Elke ademhaling is te horen. Men heeft het gevoel te weinig lucht te krijgen, waardoor spanning en nervositeit optreden. Soms wordt er ook veel gehoest. Infecties en inspanning verergeren deze klachten. De ene patiënt heeft altijd last van de ademproblemen, de ander meer met perioden of in speciale situaties, zoals een astma-aanval als het weer omslaat. Daarnaast komen ook overmatige slijmproductie en chronische hoest voor bij COPD-patiënten. Dit is afhankelijk van soort en mate van COPD.
Ademhalen is op de eerste plaats een levensvoorwaarde, maar ook voor het spreken is adem onmisbaar. COPD-patiënten kunnen dan ook problemen hebben tijdens het praten. Door het ademtekort kunnen maar weinig woorden na elkaar gezegd worden. Er wordt vaak en duidelijk hoorbaar ingeademd, en soms ook op onlogische momenten tijdens het praten. Het spreken is hierdoor moeilijker te verstaan. Door de manier van ademhalen worden de stembanden overbelast en kan heesheid het gevolg zijn. Langer spreken is vermoeiend. Vooral COPD-patiënten met een spreekberoep kunnen veel last hebben van hun stem.
Meer informatie
Longfonds | Alles over COPD |
Wat doet een logopedist?
De logopedische behandeling van COPD-patiënten zal er vooral op gericht zijn op het omgaan met de eigen optimale longinhoud. De patiënt leert de ademverdeling hierop aan te passen in diverse situaties. De logopedist leert de COPD-patiënt een ontspannen gebruik van adem-/ stemkoppeling. Inzicht in het eigen adempatroon leert de patiënt wat hij moet doen bij dreigende of plotselinge benauwdheid. Hierdoor zal de aanval niet onnodig verlengd worden en zal er geen paniek ontstaan.
Door de spanning en de kortademigheid is de COPD-patiënt vaak in een minder gunstig adempatroon terecht gekomen. Ontspannings- en houdingsoefeningen zijn daarom belangrijk. Hierbij is het wel van belang dat de logopedist samenwerkt met de fysiotherapeut of oefentherapeut, longverpleegkundige en longarts voor een optimale behandeling.
Het vergroten van de spierkracht van de ademhalingsspieren kan ook door logopedist meegenomen worden in de behandeling, waardoor de COPD-patiënt meer hoestkracht heeft en met minder moeite kan spreken. Stemoefeningen en ademoefeningen zorgen er ten slotte voor dat het spreken minder moeite kost.
Echter, de logopedist kan dit met behulp van logopedische therapie rondom stemgeving en articulatie nog verder laten toenemen. Verder kan de logopedist communicatieadviezen geven aan de patiënt en zijn omgeving om de communicatie te optimaliseren. Bij vergevorderde COPD kan door de logopedist ondersteunende communicatie ingezet worden.
De logopedist kan helpen bij het verminderen van en omgaan met chronisch hoesten en reflux. Bij gevorderde COPD krijgen steeds meer COPD-patiënten slikproblemen. De logopedist kan dan onderzoek, behandeling, begeleiding en adviezen bieden bij problemen bij eten en drinken.
Stemklachten
Als men in het dagelijks leven de stem intensief moet gebruiken bij spreken en zingen, kan dit keelpijn en stemklachten tot gevolg hebben.Intensief stemgebruik vermoeit de keel en het fijne weefsel van de stembanden. Die vermoeidheid kan zich over het hele lichaam uitbreiden, zodat men zich aan het einde van de dag soms doodop voelt. Er kan een gevoel bestaan van een slijmpropje of kriebel in de keel dat niet weggeslikt kan worden. De keel kan branderig, pijnlijk of dichtgesnoerd aanvoelen en is geïrriteerd. Deze klachten kunnen ook voorkomen bij veelvuldig keelschrapen en kuchen.
Iedereen kan deze keelklachten krijgen, bijvoorbeeld na een feest of tijdens een verkoudheid. Ze zijn dan van voorbijgaande aard. Als echter keelpijn na intensief stemgebruik regelmatig blijft voorkomen, kan men daarvan zoveel hinder ondervinden, dat de zin om te spreken afneemt. Bovendien kunnen personen met een spreekberoep op den duur stemklachten ontwikkelen. De stem wordt hees of schor, valt weg en kan niet meer zo gebruikt worden als men wilt. Vaak ontstaat dit omdat er niet de juiste verhouding is tussen stembelasting en stemrust; de stem heeft onvoldoende tijd om te herstellen.Naast mensen met een spreekberoep kunnen ook bijvoorbeeld studenten en koorzangers last krijgen van stemproblemen.
Keelklachten en stemklachten bij intensief stemgebruik kunnen wijzen op een verkeerd gebruik van de stem. De KNO-arts zal een eventuele organische oorzaak, zoals een poliepje of stembandknobbeltjes, uitsluiten.
Meer informatie
Ieder 1 stem | Hoe laat je je stem gezond zijn werk doen en wat doe je als je stemproblemen krijgt. |
Kiesbeter | Symptomen en oorzaken van heesheid. Wat kunt u zelf doen bij heesheid? |
Wat doet een logopedist?
De logopedist verricht (stem)onderzoek, stelt de logopedische diagnose en maakt een behandelplan. In de behandeling let ze op de lichaamshouding als voorwaarde voor een goed gebruik van de stem. Er zal gewerkt worden aan de ademhaling (adembeweging en ademritme) en aan een ontspannen manier van stemgeven. De logopedist beschikt hierbij over verschillende technieken en oefeningen.
Ook wordt bekeken hoe het stemgebruik van de patiënt in het dagelijks leven is, om advies op maat te kunnen geven. Stemsparende adviezen, ook wel stemhygiënische adviezen genoemd, zullen gegeven worden. Daarbij besteedt de logopedist aandacht aan arbeidsomstandigheden als akoestiek en omgevingslawaai. Als men zich de aangereikte technieken eigen maakt en de stemsparende maatregelen ter harte neemt, kunnen de keel- en stemklachten geheel verdwijnen.
Deze website maakt gebruik van cookies. verbergen
Heesheid
Heesheid is een stoornis waarbij de stemkwaliteit is verslechterd. Heesheid wordt gekenmerkt door het niet goed sluiten van de stemplooien (een betere benaming dan stembanden) in het strottenhoofd, of door het niet correct verlopen van het golf- en trillingspatroon van de stemplooien. Bij heesheid klinkt de stem niet meer helder: er is een fijne of grove ruis te horen of een kraak. De stem kan zelfs helemaal of gedeeltelijk wegvallen. De oorzaak kan liggen in het stemorgaan zelf, maar ook het verkeerd gebruiken van het stemorgaan kan heesheid veroorzaken.
Heesheidsklachten gaan meestal samen met andere symptomen, zoals te luid of te zacht spreken, spreken op een te hoge toonhoogte of geknepen spreken. De ademing kan anders en onregelmatig zijn en vaak is er pijn in het keelgebied.
Heesheid kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen. Bij kinderen is heesheid vaak terug te voeren op misbruik van de stem. Bij volwassenen is de oorzaak van heesheid eerder het niet correct gebruiken van de stem, met name op momenten dat de stem extra belast moet worden. In beide gevallen is er dikwijls ook sprake van een zwak stemorgaan.
Wat doet de logopedist?
Een hese stem kan gunstig beïnvloed worden door een goede lichaamshouding, ademing en stemgeving. De logopedist kan verschillende technieken aanleren of bestaande technieken verbeteren. Daarbij wordt toegewerkt naar een evenwichtige manier van stemgeving; resonantie (de draagkracht van de stem) en articulatie (duidelijke uitspraak) spelen hierbij ook een rol.
Bij de logopedische therapie nemen stemhygiënische adviezen, zoals bijvoorbeeld het afleren van veelvuldig kuchen of keelschrapen, een belangrijke plaats in.
Bij kinderen is het afleren van stembelastende gewoontes als veel schreeuwen en gekke stemmetjes nadoen een belangrijk behandeldoel.
Niet altijd is het verkrijgen van een heldere stem het uiteindelijke doel van de logopedische behandeling. Dit is niet altijd haalbaar, met name wanneer er blijvende afwijkingen of beperkingen bij het stemapparaat zijn. Dan staat het op een economische manier leren spreken voorop, waarbij klachten als vermoeidheid na het spreken en een geïrriteerde keel verminderen of verdwijnen.
Logopedische therapie kan gecombineerd worden met een stemchirurgische behandeling; hierbij wordt bij voorkeur zowel vóór als na de operatie logopedisch behandeld.
Het onderzoek en de behandeling van heesheid worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Keelklachten bij intensief stemgebruik
Als men in het dagelijks leven de stem intensief moet gebruiken bij spreken en zingen, kan dit keelpijn en stemklachten tot gevolg hebben.
Intensief stemgebruik vermoeit de keel en het fijne weefsel van de stembanden. Die vermoeidheid kan zich over het hele lichaam uitbreiden, zodat men zich aan het einde van de dag soms doodop voelt. Er kan een gevoel bestaan van een slijmpropje of kriebel in de keel dat niet weggeslikt kan worden. De keel kan branderig, pijnlijk of dichtgesnoerd aanvoelen en is geïrriteerd. Deze klachten kunnen ook voorkomen bij veelvuldig keelschrapen en kuchen.
Iedereen kan deze keelklachten krijgen, bijvoorbeeld na een feest of tijdens een verkoudheid. Ze zijn dan van voorbijgaande aard. Als echter keelpijn na intensief stemgebruik regelmatig blijft voorkomen, kan men daarvan zoveel hinder ondervinden, dat de zin om te spreken afneemt. Bovendien kunnen personen met een spreekberoep op den duur stemklachten ontwikkelen. De stem wordt hees of schor, valt weg en kan niet meer zo gebruikt worden als men wilt. Vaak ontstaat dit omdat er niet de juiste verhouding is tussen stembelasting en stemrust; de stem heeft onvoldoende tijd om te herstellen.Naast mensen met een spreekberoep kunnen ook bijvoorbeeld studenten en koorzangers last krijgen van stemproblemen.
Keelklachten en stemklachten bij intensief stemgebruik kunnen wijzen op een verkeerd gebruik van de stem. De KNO-arts zal een eventuele organische oorzaak, zoals een poliepje of stembandknobbeltjes, uitsluiten.
Wat doet de logopedist?
De logopedist verricht (stem)onderzoek, stelt de logopedische diagnose en maakt een behandelplan. In de behandeling let ze op de lichaamshouding als voorwaarde voor een goed gebruik van de stem. Er zal gewerkt worden aan de ademhaling (adembeweging en ademritme) en aan een ontspannen manier van stemgeven. De logopedist beschikt hierbij over verschillende technieken en oefeningen.
Ook wordt bekeken hoe het stemgebruik van de patiënt in het dagelijks leven is, om advies op maat te kunnen geven. Stemsparende adviezen, ook wel stemhygiënische adviezen genoemd, zullen gegeven worden. Daarbij besteedt de logopedist aandacht aan arbeidsomstandigheden als akoestiek en omgevingslawaai. Als men zich de aangereikte technieken eigen maakt en de stemsparende maatregelen ter harte neemt, kunnen de keel- en stemklachten geheel verdwijnen.
Meer informatie over stemklachten
Stembandverlamming
De stembanden, ofwel stemplooien, bevinden zich in het strottenhoofd. Wanneer je de stemplooien tegen elkaar brengt en er uitademingslucht langsblaast, gaan ze trillen. Zo ontstaat er stemgeluid. Bij stembandverlamming staan één of beide stemplooien stil, of is de spanning van de stemplooien verstoord. Dit veroorzaakt problemen bij de stemgeving, bij het ademen en/of het slikken. Een stembandverlamming komt voornamelijk bij volwassenen voor.
Een stembandverlamming kan worden veroorzaakt door een beschadiging van de zenuw (door een ongeval of operatie) of een virusinfectie. Ook een beroerte kan een stembandverlamming tot gevolg hebben. Door de stemplooien te bekijken stelt de KNO-arts de diagnose. Soms is de oorzaak van een stembandverlamming niet te achterhalen.
De gevolgen van een stembandverlamming hangen af van hoe de stilstaande stemband nog kan trillen en of een of beide stemplooien zijn aangedaan. Een stemplooi kan stilstaan in het midden van het strottenhoofd of meer aan de zijkant. Als een stemplooi in het midden stilstaat, klinkt de stem vrij goed: de stemplooien kunnen elkaar raken en dus voor geluid zorgen. Wel zijn de mogelijkheden van de stem (luidheid, toonhoogte) beperkt. Er kunnen problemen bij het ademen zijn. Soms staan beide stemplooien in het midden stil. De stemgeving is dan redelijk goed, maar er is forse ademnood, omdat er weinig lucht in en uit kan stromen.
Als de stemplooi meer aan de zijkant stilstaat zijn er geen ademproblemen, maar wel problemen met de stem. De stem is hees of kan wegvallen en hogere en/of lagere tonen kunnen niet gemaakt worden. Tenslotte kunnen beide stemplooien in zijwaartse positie stilstaan. Er is dan geen ademnood, maar de stem zal zeer hees zijn, omdat de stemplooien elkaar niet meer kunnen raken. Hoe meer het lichaam kan compenseren, des te beter de stem klinkt.
Wat doet de logopedist?
Via de huisarts of medisch specialist (KNO-arts) zal de patiënt naar de logopedist worden verwezen. Die onderzoekt de stemkwaliteit en het stemgebruik. Met de resultaten en de gegevens van de KNO-arts beoordeelt de logopedist of de stemkwaliteit door middel van adem- en stemoefeningen te verbeteren is. Dit hangt af van het type verlamming en de positie van de stilstaande stemplooien.
De logopedist zal bijvoorbeeld, wanneer de stemplooi in zijwaartse positie stilstaat, proberen om de nog bewegende stemplooi over de middellijn heen te krijgen. Speciale oefeningen zijn ervoor nodig om met de stilstaande stemplooi contact te laten maken.
Als dat lukt, zal de stemkwaliteit verbeteren. Hierbij wordt ook gelet op een juiste toonhoogte en ademdruk om te voorkomen dat er andere klachten ontstaan.
Soms moet er eerst chirurgisch ingegrepen worden. Hierna volgt altijd logopedische therapie om de stem zo goed mogelijk te leren gebruiken. De logopedist begeleidt bij het weer gaan belasten van de stem in de werk- en/of leefsituatie.
Strottenhoofdkanker
Strottenhoofdkanker is een van de vele verschillende vormen van kanker. Het is een kwaadaardig gezwel (tumor) in het strottenhoofd. Hoe deze vorm van kanker precies ontstaat, is onbekend. Wel is het zo dat roken - vooral het inhaleren van rook van sigaretten en sigaren - en alcoholgebruik de kans op deze vorm van kanker vergroten. Strottenhoofdkanker komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
De eerste klachten die optreden zijn afhankelijk van de plaats van de afwijking. Bij een tumor die begint bij de stembanden zal heesheid optreden. Deze heesheid is eerst wisselend, maar wordt steeds erger. Vaak klinkt de stem ook schor. Dit heeft te maken met de verschillen in massa tussen de stemplooien door de (mogelijke groei van de) tumor. Hoe eerder de tumor ontdekt wordt, hoe minder schade er kan ontstaan. Bij aanhoudende heesheid of vage slikklachten is het daarom raadzaam naar de huisarts te gaan.
Door middel van een kijkoperatie (onder narcose), waarbij een stukje weefsel wordt weggenomen voor onderzoek, kan strottenhoofdkanker vastgesteld worden. Vervolgens zijn er verschillende behandelmethoden. Vaak komen ze in combinatie voor. De meest toegepaste behandelingen zijn:
- een bestralingskuur (radiotherapie)
- een operatie; meestal wordt een deel van de stemplooien of een stemplooi geheel weggehaald, soms moet het gehele strottenhoofd worden verwijderd
- een behandeling met medicijnen (chemotherapie).
Wat doet de logopedist?
Via de huisarts of medisch specialist, bijvoorbeeld KNO-arts of radioloog, wordt de patiënt naar een logopedist verwezen. Er zal onderzoek gedaan worden naar de resterende mogelijkheden met betrekking tot het stemgebruik.
Wanneer een kleine stemplooioperatie of een bestralingskuur heeft plaatsgevonden, kan de logopedist leren de resterende mogelijkheden te benutten en met eventueel verlittekende stemplooien weer te leren spreken. In de behandeling zal aandacht gegeven worden aan lichaamshouding, een voorwaarde voor goed stemgebruik. Er zal gewerkt worden aan het ademen en aan een economische manier van stemgeven. Omdat er na bestraling veel verandert in het weefsel, geeft de logopedist ook adviezen over het slikken, een droge mond, en/of een veranderd gevoel in de mond.
Na verwijdering van het gehele strottenhoofd, de zogenaamde laryngectomie, moet de patiënt op een andere manier leren spreken. Met het strottenhoofd zijn immers ook de stemplooien verwijderd. De slokdarmspier kan het werk van de stemplooien overnemen. Daartoe moet er lucht langs deze spier gaan, zodat deze in trilling gebracht wordt. Door een techniek te gebruiken die verwant is aan boeren ontstaat geluid, waarmee men kan leren spreken. De logopedist geeft hierbij advies en begeleiding.
Tegenwoordig wordt vaak een ventielstemprothese geplaatst, ook "knoopje" of "button" genoemd. Meestal kan men hiermee na de operatie al vrij snel spreken. Eventueel zal er gebruik gemaakt worden van elektronische spreekapparatuur. Na de behandeling zal men zich meestal weer goed verstaanbaar kunnen maken.
Meer informatie
https://www.kanker.nl/bibliotheek/strottenhoofdkanker/wat-is/875-strottenhoofdkanker
Genderdysfonie
Genderdysfonie is een stemstoornis die voorkomt bij transseksuelen. De klacht die zij hebben is dat de stem niet in overeenstemming is met de veranderde sekserol. Bij genderdysfonie is de stemvorming (fonatie) op zich dus niet gestoord, zoals bijvoorbeeld bij heesheid of schorheid het geval is.
Het stemprobleem van man-naar-vrouw transseksuelen, hier verder aangeduid als transvrouwen is in het algemeen groter dan dat van vrouw-naar-man transseksuelen (transmannen). De stem is vaak te laag en de manier van spreken te mannelijk waardoor de transvrouw als man wordt aangesproken.
Transmannen hebben minder vaak klachten over hun stem , aangezien deze door de hormoonbehandeling daalt. Toch komen bij deze groep ook stemproblemen voor, zoals problemen m.b.t. het stembereik of een instabiele, gespannen stem met stemvermoeidheid. Daarnaast kan een gebrek aan borstresonans er voor zorgen dat de stem niet overeenkomt met het mannelijk voorkomen.
In het genderteam (voor meer informatie kijk op www.vumc.nl/afdelingen/zorgcentrum-voor-gender) worden de transvrouwen drie maanden na de start van de real life fase (testperiode van anderhalf jaar waarin zij volledig in de andere sekserol moeten leven) doorverwezen naar de polikliniek KNO/foniatrie/logopedie voor onderzoek en advies.
Transmannen worden vooral op eigen verzoek verwezen als zij klachten ervaren op het gebied van stemgebruik.
In het foniatrisch spreekuur inventariseren de foniater (gespecialiseerde KNO-arts) en de logopedist de hulpvraag. Daarnaast wordt gevraagd naar factoren die van invloed zijn op de stemkwaliteit en de mate waarin de stem veranderd kan worden, zoals andere (stem)klachten, roken, gebruik van alcohol en stemgebruik in het dagelijks leven. Daarna onderzoekt de foniater de stembanden. Van belang is te weten of het aspect van de stembanden gaaf is en of ze goed bewegen. Ook wordt een indruk verkregen van de lengte en massa van de stemplooien. Deze gegevens bepalen mede in hoeverre de stem vrouwelijk respectievelijk mannelijk kan gaan klinken.
Wat doet de logopedist?
De logopedist bepaalt het frequentiebereik, de gemiddelde stemfrequentie en de dynamiek van de stem. Ook wordt door de logopedist het gebruik van resonantie, articulatie, intonatie, luidheid, spiergebruik, adem- en stemkwaliteit beoordeeld, terwijl de cliënt een tekst voorleest en/of iets vertelt. Daarnaast worden de non-verbale aspecten, zoals mimiek en gebruik van gebaren geobserveerd. Op basis van de foniatrische en logopedische gegevens wordt een plan opgesteld voor de logopedische behandeling.
Het doel van de logopedische behandeling bij transvrouwen is het aanpassen van het spreekgedrag aan de vrouwelijke geslachtsrol. Hierbij wordt rekening gehouden met het postuur en karakter van de cliënt en met haar leefomgeving.
Tijdens de logopedische behandeling zal niet in eerste instantie gewerkt worden aan het verhogen van de spreekstem, omdat daarmee vaak een kunstmatig effect verkregen wordt.
Primair wordt gewerkt aan de volgende aspecten, waardoor de stem een lichter, vrouwelijker karakter krijgt:
- Het verminderen van de borstresonans en het stimuleren van het gebruik van kopresonans;
- Bevorderen van een levendig en vrouwelijk intonatiepatroon;
- Stimuleren van een pittige, lichte articulatie;
- Aanpassen van het spreekvolume en –tempo;
- Bevorderen van vrouwelijk gedrag, o.a. mimiek, gebaren, lachen en hoesten.
Deze therapiedoelen zijn uitgewerkt in een behandelprogramma, dat op de polikliniek KNO/foniatrie/logopedie van het VUmc is ontwikkeld en dat bij een verwijzing naar de behandelend logopedist wordt gestuurd.
Een dergelijk programma bestaat voor transmannen nog niet, terwijl uit onderzoek blijkt dat er wel behoefte aan is. Om die reden heeft “ Stichting Transman” het initiatief genomen om in samenwerking met een logopedist/stemcoach een training te gaan ontwikkelen, die zich specifiek richt op transmannen en hun stemgebruik (Zie voor meer informatie www.transman.nl).
Stemoperatie
Een vraag die transvrouwen regelmatig bezighoudt is of een stemoperatie de stem zou kunnen vervrouwelijken.
Langs chirurgische weg kan een stem een hogere frequentie krijgen. Bedacht moet echter worden dat frequentie (toonhoogte) slechts één van de verschillen tussen de mannen- en vrouwenstem is en dat toonhoogteverandering geen garantie is voor een vrouwelijke indruk van de stem. Bij KNO-artsen en logopedisten In het VUmc heerst om die reden de opvatting dat zo’n operatie pas aan de orde is als de logopedische training onvoldoende resultaat heeft opgeleverd.
Meer informatie:
Stemhygiëne
Voor alle mensen met stemklachten geldt dat het belangrijk is om "stemhygiëne" in acht te nemen. Hieronder verstaan we:
- Stoppen met roken!
- Verminderen of afleren van keelschrapen of kuchen.
- Niet fluisteren (verhoogt de druk onder de stembanden).
- Verminderen van schreeuwen en gillen.
- Verminderen van (eventueel overdreven) alcoholgebruik.
- Keel vochtig houden door veel water te drinken.
- Stress en spanning proberen te verminderen.
(bron: NVLF)