Spring naar hoofd-inhoud

COPD en Astma

 

De logopedische behandeling van COPD en astma richt zich op het vrijer kunnen ademen in combinatie met ontspanningsoefeningen.

COPD: Chronic Obstructive Pulmonary Disease is een verzamelnaam voor de longziekten chronische bronchitis en longemfyseem. Bij chronische bronchitis zijn de longen zo vaak ontstoken dat ze blijvend zijn beschadigd. De beschadigingen aan de longen bij COPD genezen dus niet meer. Mensen met COPD komen ernstig adem te kort. Daar hebben zij bijvoorbeeld last van als ze de trap oplopen, hun werk doen, of zichzelf aankleden. De ziekte is chronisch en progressief, de benauwdheid kan zo erg worden, dat ze iedere dag extra zuurstof moeten gebruiken en in een rolstoel terechtkomen en/of moeite krijgen met praten/verstaanbaarheid.

Astma: Astma is een (nog ongeneeslijke) chronische ontsteking van de luchtwegen. Mensen met astma kunnen soms moeilijk ademhalen: zij worden kortademig, ademen ‘piepend’ of moeten hoesten. Astmapatiënten zijn ook perioden klachtenvrij. Veel mensen met astma zijn allergisch. De aanleg voor astma en allergieën is erfelijk. De een krijgt bijvoorbeeld problemen door huisstofmijt, de ander kan niet tegen huisdieren of pollen. Vaak ontstaan er ook klachten door niet-allergische prikkels zoals sigarettenrook, parfum en mist. De ontsteking van de lagere luchtwegen (dit zijn de longen, de neus en keel worden de bovenste luchtwegen genoemd) is een soort irritatie, te vergelijken met de reactie van de slijmvliezen in uw mond wanneer u te hete soep eet. Door deze prikkel beschadigen de slijmvliezen en deze raken ontstoken. Bij astma gebeurt ook zoiets door de ontsteking aan de luchtwegen: De slijmvliezen aan de binnenkant van de luchtwegen zwellen op. De spiertjes om de luchtwegen trekken samen en raken verkrampt. De slijmvliezen produceren meer slijm en vocht dan normaal. De doorgang voor de lucht wordt kleiner, dit maakt de ademhaling moeilijker. De longen raken overvol met lucht. De lucht wordt niet genoeg ververst, wat leidt tot benauwdheid.

Bron: logopedie en foniatrie nummer 5, 2010.